
OP WAPEN VAN OPSTERLANDT
Het wapen van de voormalige grietenij Opsterlandt en de huidige gelijknamige gemeente beeldt in flora en fauna de jacht uit zoals in vroeger eeuwen en ook nu. Op het wapen van Opsterlandt, de achtste Grietenij van de Sevenwolden, staan vijf bomen. Ze verbeelden de wouden waar de adel van oudsher jachtpartijen heeft gehouden. Op de voorgrond van dit grietenijwapen vlucht een haas voor een jachthond uit, zoals tijdens de lange loopjacht met meutehonden. Op afbeelding twee en drie zijn de haas en hond niet goed te zien omdat de topografische kaart van Opsterlandt gedecoreerd is met putti. Eentje vliegt er met de rode vleugel vlak voor de rode haas en hond en dekt die bijna helemaal af. Anders dan op de kaart uit 1718 is op het postpapier uit 1990 van gemeente Opsterland te zien hoe de haas en hond voorbij snellen.

JACHTHOORN
Op de Schotanus-Halmakaart staat rechtsonder een scène die de jacht verbeeldt waarin alle figuren en dieren goed zichtbaar zijn. Vooraan liggen in een tableau een aantal hazen. Enkele jachthonden zitten ernaast. Bij de cartouche daarachter staat een heer met breedgerande hoed op en in deftige kleding gestoken. Zijn linkerarm is losjes op zij gestrekt en met zijn hand houdt hij de loop van zijn geweer vast, de kolf rust daarbij diagonaal op de grond. Zijn rechterarm is gebogen en voor zijn borstkas, zit op zijn hand een valk, ook wel jachtvalk genoemd. De jager draagt een riem rond zijn middel en de daaraan hangende jachttas of weitas met overslagklep hangt voor zijn bovenbeen. Voor die tas hangt de, eveneens aan zijn riem gebonden jachthoorn. De beide riemen waaraan de hoorn hangt worden in het midden bijeengehouden, waarbij het mondstuk naar achteren wijkt en de kant waar de klank uit komt naar voren. De hoorn kan met een handbeweging aan de mond gezet worden voor het signaalblazen voor de jacht.

NOG EEN JACHTHOORN
Rechts draaft een tweede, deftig gekleed figuur op zijn paard, maar zijn jachthoorn aan bijeengebonden riemen of koorden is zo getekend dat het lijkt of de in de volle vaart naar achteren geslingerde hoorn door de lucht vliegt. Voor de man uit draven twee meutehonden van de lange jacht. De ruiter zelf is afgebeeld als een jager en omdat hij een hoorn draagt tegelijk ook als de signaalblazer, jachtblazer of hoornblazer. In de bosjes staan nog twee figuren die naar rechts wijzen, de richting waarin de ruiter achter het wil aan rijdt.

KONINKLIJK
De jachthoorn is een signaalinstrument omdat je er signalen op blaast, die instructies zijn voor de jagers en de honden. Jachthoornisten genoten veel respect en reisden vroeger mee tijdens de jacht zoals te zien op de kaart en ook op vele schilderijen en prenten. Het signaalinstrument verbeeldt op heraldische wapens het jachtrecht of jachtgebied. Dit recht om in een bepaald gebied te mogen jagen was in vroeger eeuwen voorbehouden aan Koninklijke families, een deel van de adel en hun gasten. In de tijd van Karel de Grote gebruikt de West-Europese adel de jachthoorn bij de jachtpartijen. De oudste, oorspronkelijke jachthoorns waren simpele hoorns van een rund of andere hoorndrager. Deze hoornen produceerden bij het blazen één enkele toon. De signalen bestonden in die tijd uit een afwisseling van lange en korte stoten. De geblazen signalen overbrugden in het veld of bos de afstand voor de jagers en hun honden.

JACHTHOORNIST
In die tijd klonken in de militaire strijd in veld, bos of op het slagveld vergelijkbare hoornsignalen uit de jachthoorns van natuurlijk materiaal. De klanken van de natuurlijke runderhoorn die toen door de wouden en over de velden schalden verschilden van de signalen op jachthoornen van later datum. De latere jachthoornen werden van metaal gemaakt, waren langer en kregen een of meer wendingen. De jachthoornist was en bleef ook later zeer gerespecteerd. Voordat hij benoemd kon worden tot een officieel jachthoornist of signaalblazer genoot hij een opleiding om de verschillende signalen feilloos te kunnen blazen. Hij reed mee met het jachtgezelschap.

NATUURTONEN ZONNEKONING EN LOUIS PHILIPPE
De oude natuurhoorns zoals op de kaart zijn in West-Europa voor een groot deel verdrongen door metalen langere hoorns die meer tonen voortbrengen en op reguliere hoornen van nu lijken, maar dan zonder ventielen. Op die jachthoorns kunnen alleen natuurtonen reeksen geblazen worden van vijf tot zeven tonen. De tonen worden gevormd door de stand van lippen, kaken, tong en luchtdruk. De lengte van de buis van de hoorn bepaalt de toonhoogte en stemming. Voor de latere hoorns van meestal een messing legering van 72 procent koper en 28 procent zink geldt hoe meer koper, hoe warmer de klank. In de zeventiende eeuw koos de Zonnekoning, Lodewijk XIV, de tromp als het jachtsignaalinstrument.

HUIDIGE JACHTHOOORN
De huidige Franse jachthoorn is de trompe d’Orléans in D (re) met 454 centimeter lange buis in drie en een halve winding van 37 centimeter doorsnede en produceert wel 15 natuurtonen. De Trompe d’Orléans ontstond pas in 1818 onder koning Louis Philippe en is afgeleid van de grote Trompe De Dampierre uit 1723. De Trompe De Dampierre had één winding en kon door de jachthoornist moeilijk te paard over de schouder meegenomen worden. De trompe d’Orléans kon wel meegenomen worden over de schouder en werd tevens de voorloper van de huidige concerthoorn die nu in muziekzalen klinkt. De klanken van de oerhoorn, gemaakt van de hoorn een rund of koe, zijn nog op vele plaatsen in de wereld te horen.

Historische afbeeldingen
1 Figuur met jachthoorn en andere jachtattributen naast cartouche op topografische kaart Grietenije Opsterlandt, 1718, Schotanus-Halma atlas.
2 / 3 Grietenije Opsterlandt / detail wapen Opsterlandt, kaart Opsterlandt ,1718.
4 Wapen Opsterland, postpapier gemeente Opsterland, 1990.
5 Detail jachtscène, kaart Opsterlandt, 1718
6. Koehoon en runderhoorn, de allereerste signaalhoorns met maar een toon (NN)
7. Franse Trompe de chasse, met een winding (voorloper concerthoorn).
8. Jan Kobell, detail os en schapen, ets uit ca 1880 (Collectie Centraal Museum Utrecht, nr. 7122)
Tekst: Gerhild van Rooij,
juni 2023 voor De Harker.