
‘Menselijk erfgoed’
De kaart van de Grietenij Opsterland uit 1718 bevat rechtsonder een bestuurs-cartouche met daarnaast een jachtscene en valkenier met valken. De Valkerij kent een lange traditie in Nederland en wordt hier nog altijd bedreven. In 2010 is de ‘Valkerij, een levend menselijk erfgoed’ op de Representatieve Unesco erfgoedlijst geplaatst. Dit multinationale dossier werd voorgedragen door de Verenigde Arabische Emiraten, België, de Tsjechische Republiek, Frankrijk, Zuid-Korea, Mongolië, Marokko, Qatar, Saoedi-Arabië, Spanje en Syrië. Later hebben meer landen zich aangesloten. In 2021 besliste het Unesco-comité voor Immaterieel Erfgoed positief over het aansluiten van nog eens 23 landen, waaronder Nederland dat rond 200 valkeniers telt. In ons land zijn de valkeniers verenigd in regionale verenigingen, ze worden gezamenlijk vertegenwoordigd door het Nederlands Overleg Valkerij Organisaties, kortweg NOVO.

Keizerlijk
Karel de Grote, in Latijn Carolus Magnus of Karolus Magnus, is waarschijnlijk op 2 april 747 of 748 geboren. In de jaren dat Karel de Grote werd opgeleid was het vanzelfsprekend dat hij, net als jonge edelen in zijn tijd, leerde omgaan met de wapens voor de verschillende vormen van de jacht en ingewijd werd in de kunst van het jagen met valken. Ook in de eeuwen daarna maakte de jacht deel uit van de opleiding van Keizers en Koningen. Bij de Friese adel en Friese stadhouders is die traditie voortgezet, ook zij beschikten ook over jachtgebieden waar onder meer de valkerij bedreven kon worden. Karel behoorde tot het geslacht der Karolingen en was vanaf 9 oktober 768 koning der Franken en vanaf 25 december 800 keizer van het Heilige Roomse Rijk. Hij bouwde op het Valkhof een palts of pfaltz, een van zijn paleizen. Het Valkhof dankt zijn naam aan het voorhof waar valken getraind werden in de omgang met mensen en voor de jacht met valken.

Vorsten en adel
Al voor de achtste en negende eeuw werd op het, nu in Nederland gelegen Valkhof, de valkerij bedreven. Het gebied van het huidige Nederland waaronder Opsterland maakte deel uit van het Karolingische rijk van Karel de Grote. De namen Karelstad of Keizerstad voor Nijmegen herinneren aan deze periode. De Keizer vierde in 777, 804, 806 en 808 in zijn palz of pfalz op de Valkhof Pasen, het belangrijkste kerkelijke feest van het jaar. Mogelijk speelde bij de keus voor deze palz mee dat in de nabije omgeving van het Valkhof uitstekend jachtgebied lag. Het is bekend dat de keizer tot op hoge leeftijd de jacht bedreef, waaronder de Valkerij en dat dwong respect af. Keizer Karel de Grote overleed op 28 januari in 814 in Aken, waar hij in zijn eigen kapel is bijgezet. Negen eeuwen later is de kaart van de Grietenij Opsterland met de scene van de Valkerij uitgebracht. De jacht, valkerij en de valkeniers (vangers en trainers) stonden nog altijd voor prestige.

Meest glorierijk
De handtekening, of het Signum van Karel de Grote onder op de op 31 augustus 790 in Kostheim uitgevaardigde oorkonde bestaat slechts uit de kleine eigenhandig geschreven V-vorm. Deze “Vollziehungsstrich” staat binnen de ruitvormige O van het “Karelmonogram” en maakt dat de bovenste helft van de O tegelijkertijd als A (voor KAROLVS) kan worden gelezen. De tekst aan weerszijden van het kruisruitmonogram luidt: “Signum Karoli gloriosissimi regis”, in Nederlands Zegel van de meest glorierijke koning Karel. Met deze tekst benadrukte de Koning en later keizer zijn prestige en uitmuntendheid.

PR-waarde
De scene van de Valkerij staat niet zomaar tegen de bestuurs-cartouche van de Grietenij Opsterland, het staat er als een soort pr voor de bestuurders. De uitgebeelde valkerij en andere jachtvormen benadrukken de voornaamheid van de bestuurders, niet alleen de valken laten africhten was kostbaar, ook de bijbehorende attributen waren van kostbare materialen gemaakt. De makers van de kaart en atlas van 1718 hebben met de Valkerij afbeelding laten zien dat er in Opsterland een jachtgebied ligt, waarmee het patriciaat eer kon inleggen. Het africhten van de vogels voor de Valkerij was een vak apart en werd, net als het verzorgen van de vogels, overgelaten aan valkeniers. Zij voorzagen de jagers voor aanvang van de jacht met valken van goed getrainde en topfitte valken.

Africhten Valken
In 2012 heeft Nederland het UNESCO Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed geratificeerd. In 2012 is de traditionele jacht met roofvogels erkend als Unescos cultureel werelderfgoed en daarom presenteerde het Rijksmuseum in Amsterdam in in de Philipsvleugel van 7 augustus tot 15 oktober 2012 een tentoonstelling getiteld ‘De verlokkingen van de valkerij’. Een dertigtal vijftiende-, zestiende- en zeventiende-eeuwse prenten uit de collectie van de Meester van het Amsterdams kabinet, (waaronder Vertrek voor de jacht), Lucas van Leyden, Hendrick Goltzius en Hans Burgkmair de oudere’. De traditie van de valkerij en valkeniers was in die eeuwen verweven met het adellijke, hoofse leven. Op de prenten stonden jagers met valken als hoofse minnaars, adellijke heiligen en ijdele losbollen, daarnaast waren historische voorwerpen te zien uit privécollecties van valkeniers. Aan de Europese hoven waren opvallend veel valkeniers afkomstig uit Nederland, onder meer uit de op de trekroute van de slechtvalk gelegen dorpen Arendonk en Valkenswaard in de Brabantse Kempen.
Tekst: Gerhild van Rooij, november 2023 voor De Harker.
Historische afbeeldingen:
- Detail: Valkenier met twee valken voor de jacht rechts naast bestuur-cartouche Grietenije Opsterlandt, 1718, Schotanus-Halma atlas. (Rijksmuseum, RP-P-AO-2-23C-8-2, krt7).
- Kaart Frankenrijk 768-811, waarvan o.a. Opsterland deel uitmaakte (CCASA3.1).
- Belle-Heures, Jean de France, du duc de Berry, F6r, verluchtigd door Gebroeders Van Lymborch (Limburg), miniaturen Valkerij en Tweeling, anno 1405,1408 of 1409 (CCASA).
- Signum Karel de Grote, 31 augustus 790 (zie tekst).
- Miniatuur Valkerij, zie 3.
- Prentmaker Meester van het Amsterdamse Kabinet, maar eigen ontwerp, Vertrek voor de jacht, 1485 – 1490, droge naald, papier h 125mm × b 92mm (Rijksmuseum, RP-P-OB-936).